Den Hoek

Duurzame wormbestrijding bij paarden en kleine herkauwers

Mede dankzij moderne ontwormingsmiddelen, is de gezondheid van onze dieren de laatste 50 jaar enorm toegenomen. Helaas zorgt resistentie ontwikkeling van maagdarmwormen tegen deze middelen, voor steeds meer problemen. Om verdere toename van resistentie te vermijden is een andere, duurzame, manier van wormbestrijding nodig.

Duurzame wormbestrijding heeft drie doelstellingen:

  • Dieren zo min mogelijk schade laten ondervinden van maagdarmwormen
  • De kans op herbesmetting te beperken en als laatste ontwormingsmiddelen alleen te gebruiken indien dat daadwerkelijk nodig is.
  • Als wij niet zuinig zijn op onze diergeneesmiddelen is het niet ondenkbaar dat binnen afzienbare tijd geen effectieve ontwormingsmiddelen meer beschikbaar zijn.

De levenscyclus van maagdarmwormen

Hieronder volgen de verschillende fasen in de levenscyclus van maagdarmwormen.

  • De vrouwelijke maagdarmwormen die zich in het maag-darmstelsel bevinden, leggen eitjes, die met de mest op het weiland terecht komen.
  • De eitjes komen uit en via enkele tussenstadia ontwikkelen zich infectieuze larfjes.
  • Infectieuze larfjes kruipen uit de mest naar het omliggende gras.
  • Tijdens het grazen worden de infectieuze larfjes opgenomen door de dieren.
  • In het darmstelsel ontwikkelen infectieuze larfjes zich via enkele larvale tussenstadia, tot volwassen wormen. Deze ontwikkelingsfase verschilt per wormsoort. Bloedwormen bijvoorbeeld gaan inkapselen in de darmwand terwijl spoelwormen een lange trektocht via lever en longen maken. De volwassen wormen in de darmen leggen weer eitjes waarna de levenscyclus weer opnieuw begint.
  • Bij paarden veroorzaken de ontwikkelde larfjes de meeste schade. Bij schapen en geiten zijn het met name volwassen wormen die de meeste problemen veroorzaken

Ontwormingsmiddelen en resistentie

Resistentie van maagdarmwormen tegen ontwormingsmiddelen neemt snel toe. Tegen de meeste geregistreerde ontwormingsmiddelen in Nederland heeft één of meer wormsoorten resistentie ontwikkeld. De belangrijkste risicofactor voor de ontwikkeling van resistentie is het (te) vaak behandelen van alle dieren in één kudde, met hetzelfde soort ontwormingsmiddel. Een manier van wormbestrijding die nog steeds gangbaar is bij veel paarden- en schapeneigenaren. Ook onderdoseren is een grote risicofactor. Om de effectiviteit van ontwormingsmiddelen voor de toekomst te waarborgen mogen ontwormingsmiddelen alleen worden gegeven als het nodig is. Daarbij is het belangrijk dat dan het juiste ontwormingsmiddel in de juiste dosering wordt verstrekt. .

Duurzame wormbestrijding bij paarden

Bestrijding van maagdarmwormen moet zich zowel richten op de wormpopulatie in het paard als op de larvale ontwikkelingsstadia buiten het dier op de weide. We starten met de verschillende mogelijkheden voor de bestrijding op de weide.

Wormbestrijding buiten het paard

Mest verwijderen
Elke weide besmetting begint met een eitje op de weide. Als kan worden vermeden dat paarden de weide besmetten met mest, worden veel worminfecties voorkomen. Door tenminste 2 maal per week mest te verwijderen, wordt de weide-infectie sterk verminderd. Mest verwijderen is de basis is voor een effectieve en duurzame wormbestrijding.

Omweiden
Zolang er geen paarden op een weiland komen, zal de besmetting van een weide afnemen omdat de infectieuze larfjes maar een beperkte tijd kunnen overleven. Bij droog zomerweer overleven wormlarfjes maar enkele maanden, terwijl in een milde winter de larfjes meer dan 6 maanden kunnen overleven. Bij strenge vorst zoals begin dit jaar sterven veel larfjes af. Helaas heeft lang niet iedere paardeneigenaar voldoende land tot zijn beschikking om de dieren telkens naar schone weides om te weiden.

Slepen
De mesthoop met een warm en vochtig microklimaat, fungeert als een reservoir voor wormlarfjes. Door de weide bij droog zomer weer te slepen worden eitjes en larfjes uit de beschermde omgeving van de mesthoop gehaald. Door UV stralen en hoge temperaturen sterven veel larfjes snel af. Bij slepen onder koude, vochtige, weersomstandigheden neemt de weide-infectie juist sterk toe.

Hooien
De besmetting op de weide wordt verminderd door de weide te gebruiken als hooiland. De larfjes, die zich op het grashalmen bevinden, sterven tijdens het drogen van het gras. De gemaaide weide is daarna schoon.

Andere grazers
Vrijwel alle maagdarmwormen zijn gastheerspecifiek en uniek voor een diersoort. Een maagdarmworm van paarden infecteert geen schaap of geit en andersom. Als paarden en kleine herkauwers samen grazen of alternerend op dezelfde weide, resulteert dit in een duidelijke afname van de infectiedruk op het weiland, voor beide diersoorten.

Geen weidegang
Als paarden geen weidegang krijgen of alleen uitloop hebben in een zandpaddock is het risico voor een besmetting met bloedwormen en lintwormen vrijwel afwezig. Spoelwormen en aarsmaden kunnen wel hun levenscyclus op stal voltooien. Ook onder deze omstandigheden blijven hygiëne maatregelen dus van belang.

Wormen aanpakken in het paard

Bij paarden veroorzaken ontwikkelende larfjes de meeste problemen. Helaas zijn de moderne ontwormingsmiddelen voornamelijk effectief tegen volwassen wormen. Alleen moxidectine heeft een beperkte effectiviteit tegen larven. Het belangrijkste resultaat van een ontworming is dan ook het couperen van de eiuitscheiding en het voorkomen van de herbesmetting van de weide. Het aantonen van volwassen wormen is eenvoudig door het aantonen van de eitjes die ze produceren met mestonderzoek.

Behandel alleen als het moet
Uit onderzoek van o.a. Veterinair Parasitologisch Laboratorium ‘Het Woud’ blijkt dat 75% van de volwassen paarden geen of zeer lage wormeitellingen hebben op het moment dat de eigenaar zou willen ontwormen. Daarnaast zijn er ook een klein aantal paarden welke herhaaldelijk hoge wormeitellingen hebben ondanks regelmatig ontwormen. Helaas is niet aan de buitenkant te zien welke dieren dit zijn. Met mestonderzoek kunnen deze paarden worden geïdentificeerd en gericht worden ontwormd.

Door selectief te ontwormen wordt niet alleen de omgeving steeds schoner maar wordt het gebruik van ontwormingsmiddelen beperkt en zo de ontwikkeling van resistentie een halt toe geroepen.

Mestonderzoek bij paarden

Of een paard moet worden behandeld kan dus alleen door mestonderzoek worden bepaald. Door 3-4 maal per jaar de mest te laten onderzoeken kan een paard gericht worden ontwormd met het juiste ontwormingsmiddel.

Mestonderzoek kan ook worden gebruikt om de effectiviteit van een behandeling te bepalen. Na een behandeling moet de eiuitscheiding na een paar weken gestopt zijn. Het is verstandig om tenminste elke twee jaar de effectiviteit van een (eventuele) behandeling te bepalen. Paardenhorzellarven en aarsmaden kunnen niet worden aangetoond met mestonderzoek. Het belang van beide wormsoorten is beperkt en een specifieke behandeling vrijwel nooit nodig. Lintwormeitjes worden maar weinig gevonden en de waarde van een negatief mestonderzoek uitslag is beperkt. Het advies is om 1 keer per jaar een paard te behandelen voor lintwormen.

Duurzame wormbestrijding bij schapen en geiten

Ook bij schapen en geiten moet de bestrijding van maagdarmwormen zich richten op de wormen in het dier en op de larvale ontwikkelingsstadia buiten het dier op de weide. Bij wormbestrijding bij schapen ligt de nadruk op de lammeren. Jaarlingen en ooien hebben vaak voldoende weerstand opgebouwd tegen maagdarmwormen. NB; waar u schapen leest kunt u ook geiten lezen.

Wormbestrijding op de weide

Het verwijderen van schapenmest van het weiland heeft het zelfde effect als bij paarden. In de praktijk blijkt dit lastig uit te voeren.Het regelmatig omweiden naar schone weides is zeer effectief in de preventie van worminfecties bij lammeren. Een schone wei is een wei waarop minstens drie maanden geen schapen hebben gelopen. Het principe van goed weilandbeheer is om lammeren op schone weides te brengen en de lammeren om te weiden voordat deze schone weides infectieus raken, en mogelijk gevaar gaan opleveren. Als geïnfecteerde lammeren langer dan 3 weken op een schoon perceel staan is de kans op (her)infecties groot. Let op in de maanden juli, augustus, september duurt dit maar 2 weken. Als niet geïnfecteerde lammeren op een schoon perceel worden uitgeschaard duurt het wel 6 á 7 weken voordat de dieren weer moeten worden omgeweid.Met deze kengetallen kan een schapenhouder een begrazingsschema maken, waarmee het in de praktijk mogelijk is zonder ontwormingsmiddelen lammeren groot te brengen! Wormbestrijding door regelmatig omweiden is natuurlijk alleen mogelijk als er voldoende schone weides zijn. In de praktijk moeten dit meer dan 6 percelen zijn. Als er maar 2 percelen zijn is het verstandig om tenminste een schoon perceel te reserveren voor de gespeende lammeren.

Als het bekend is dat er Nematodirus infecties zijn geweest (alleen voorkomend bij lammeren) is het belangrijk om weides te vermijden die het voorafgaande jaar zijn beweid door jonge lammeren.Net als bij paarden zijn hooien en alternerend grazen met andere diersoorten ook belangrijk in het verlagen van de infectiedruk.

Mestonderzoek bij schapen
Monitoring van ei-uitscheiding bij de dieren is essentieel bij deze preventieve aanpak van worminfecties. Door de mest geregeld te laten onderzoeken, krijgt de schapenhouder een goed beeld van de infectie in de kudde lammeren en de infectiedruk op de weide. Aan de hand van de uitslagen kan de schapenhouder beslissen om de kudde eventueel te behandelen en met welk middel. Goede momenten om mestonderzoek te laten uitvoeren bij lammeren zijn rond het spenen (eind juni) en in de zomer 3 á 4 weken nadat schone lammeren naar een mogelijk niet-veilige weide zijn verplaatst, of 6 á 7 weken nadat dezelfde lammeren naar een veilige weide zijn overgeplaatst. Door regelmatig mestonderzoekingen is het mogelijk om het aantal behandelingen in een seizoen te verlagen wat zo belangrijk is in het voorkomen van wormresistentie.Voor ooien is een mestonderzoek te adviseren rond het dekseizoen in oktober. Een standaard behandeling van ooien op dit tijdstip blijkt vaak niet nodig. Omdat vrijwel alle ooien rond het aflammeren grote hoeveelheden wormeitjes uitscheiden en zo de voorjaarsweides besmetten is een standaard behandeling rond het aflammeren of voor het uitscharen in het voorjaar belangrijk.

Voor acute leverbot is mestonderzoek weinig zinvol. Neem bij het vermoeden direct contact op met uw dierenarts. Naast mestonderzoek blijft het natuurlijk belangrijk om regelmatig de conditie van de kudde te beoordelen en de mogelijk aanwezigheid van bleke slijmvliezen, wat een indicatie is voor een serieuze Haemonchus infectie.

Concluderend

Door wormpopulaties buiten de dieren aan te pakken en alleen op geleide van mestonderzoek uw paarden, schapen en geiten te ontwormen is duurzame wormbestrijding mogelijk. Niet alleen worden uw dieren aan minder ontwormingsmiddelen bloot gesteld, maar tevens wordt resistentie ontwikkeling vertraagd en blijft de effectiviteit van de ons beschikbare middelen voor de toekomst gewaarborgd.

Bron: NML Health; Wicher Holland, dierenarts/parasitoloog

Scroll naar boven