Teken en ziekte van Lyme bij paarden
De ziekte van Lyme als gevolg van een tekenbeet heeft in de laatste jaren helaas grote bekendheid gekregen. Niet alleen bij mensen, maar ook bij paarden, honden en in mindere mate bij katten is het een steeds bekender verschijnsel.
De ziekte van Lyme is één van de ziekten die overgedragen wordt door een teek, maar een groot Duits onderzoek heeft aangetoond dat de spirocheet (spiraalvormige bacterie) ‘Borrelia Burgdorferi sensu lato complex’ ook in het DNA van muggen zit.*
We zien zelfs (jonge) dieren die Lyme meekrijgen van de moeder.
De ziekte van Lyme als gevolg van een tekenbeet heeft in de laatste jaren helaas grote bekendheid gekregen. Niet alleen bij mensen, maar ook bij paarden, honden en in mindere mate bij katten is het een steeds bekender verschijnsel. De ziekte van Lyme is één van de ziekten die overgedragen wordt door een teek, maar een groot Duits onderzoek heeft aangetoond dat de spirocheet (spiraalvormige bacterie) ‘Borrelia Burgdorferi sensu lato complex’ ook in het DNA van muggen zit.*
We zien zelfs (jonge) dieren die Lyme meekrijgen van de moeder.
De ziekte verschijnselen zijn vaak vaag en kunnen sterk variëren, de ziekte van Lyme staat daarom ook wel bekend als “kameleon” onder de ziekten. Het opsporen van Lyme kan daarom erg lastig zijn.
Met behulp van een bloedonderzoek kunnen de afweerstoffen van het paard tegen Borrelia (Lyme) worden gemeten. De antistoffen tegen Borrelia worden niet direct aangemaakt. Vaak kan de ziekte daarom pas na 3 tot 8 weken worden aangetoond en in sommige gevallen zelfs helemaal niet, er worden namelijk lang niet altijd antilichamen aangemaakt.
Deze test kan echter niet laten zien of het paard recent contact heeft gehad met de ziekte en de ziekteverschijnselen worden veroorzaakt door de ziekte van Lyme.
De ziekte van Lyme
De ziekte van Lyme is de meest bekende ziekte die door, onder andere, teken kan worden overgedragen.
De ziekte van Lyme wordt veroorzaakt door een bacterie: Borrelia burgdorfi. Deze bacterie bevindt zich onder andere in het speeksel van een besmette teek. Maar tegenwoordig weten we dat ook muggen, vlooien en luizen deze bacterie kunnen overdragen. Omdat teken vaak niet of te laat worden opgemerkt, worden de symptomen ook pas laat herkent en ontdekt als het al een chronisch probleem is.
Het ontbreken van een Erythema Migrans na een tekenbeet (de bekende rode kring) wil niet zeggen dat er geen besmetting is, vaak zie je dit door de vacht bij dieren niet eens.
Borrelia kan zich heel goed vermommen en verschuilen. De ziekte van Lyme is daarom ook de kameleon onder de ziekten, wat het opsporen ervan ontzettend lastig maakt.
Symptomen bij Lyme
De klinische verschijnselen van de ziekte worden zowel bij mensen als bij dieren geassocieerd met niet specifieke symptomen. De volgende verschijnselen kunnen gezien worden: wisselende kreupelheden, stijve dikke gewrichten, koorts, gevoelige spieren, chronisch gewichtsverlies, sloomheid, gedragsveranderingen en neurologische verschijnselen. De klachten kunnen heel divers zijn.
Juist het diverse klachtenbeeld maakt de diagnose soms lastig. Te vaak wordt de focus gelegd op een specifieke klacht en blijkt bij uitgebreider onderzoek dat er sprake is van nog meer klachten en dat het onderliggende probleem Lyme is. In de praktijk hebben wij de ervaring dat Lyme bij paarden zich graag “nestelt” in de onderrug. Door de neurologische verschijnselen kan het een (licht) atactisch beeld geven.
Sommige paarden met Lyme hebben typische uiterlijke kenmerken; (iets) ondergewicht, schraal in bespiering, een opgetrokken buik, slappe staarttonus, en een ietwat ingevallen “punt kont”. Vaak zijn dieren ook depressief, angstiger of agressiever.

De teken
De ziekte van Lyme wordt niet veroorzaakt door een parasiet, maar door onder andere een bacterie: Borrelia burgdorfi. Deze bacterie wordt onder andere overgebracht door teken. Afhankelijk van de plek waar de teek wordt gevonden kan tot 75% van de teken besmet zijn met de Lyme bacterie. Omdat teken vaak niet worden opgemerkt, worden de symptomen ook pas laat opgemerkt en pas ontdekt als het al een chronisch probleem is.
In Nederland komen een aantal teken voor. De meest voorkomende teek is Ixodes Ricines.
Ixodes Ricinus
De levenscyclus neemt tussen de twee en drie jaar in beslag. In deze periode brengen de larven, nimfen en teken niet meer dan 3 weken door op de drie verschillende gastheren. De rest van de tijd wordt doorgebracht op de bodem van het bos.
Actieve volwassen teken zitten over het algemeen wat hoger in de vegetatie om plaats te kunnen nemen op een voorbijkomend paard. De teken zijn het meest actief in voorjaar en najaar.
De Ixodes ricinus teek kan de bacterie Borrelia burgdorferi overbrengen. Uit onderzoek van de Universiteit van Wageningen is gebleken dat in 2006 gemiddeld 23,6% van de Nederlandse teken besmet was met de Borrelia bacterie. Het vrouwtje is doorgaans groter waardoor deze al snel ontdekt wordt. Het mannetje zuigt geen bloed op en kan hierdoor geen ziekten overbrengen.

De theorie dat de kans op Lyme-borreliose vele malen kleiner is wanneer de teek binnen 24 uur op de juiste manier wordt verwijderd, is inmiddels flink achterhaald.
Dermacentor
Andere belangrijke teken zijn Dermacentor teken. Deze leven normaliter in wat warmere gebieden, maar worden de laatste jaren ook af en toe in Nederland gezien. De volwassen teken zijn met name actief in het voorjaar en najaar. Deze teek leeft bij voorkeur op braakliggende gebieden rondom steden en op verwaarloosde weiden. Deze teek is de overbrenger van de ziekte babesiose.
De tekenbeet en overdraagbare ziektes
Teken zijn vaak vooral op de onderbenen, de buik, in de liezen en op de borst te vinden. De teek kan daar de huid beschadigen en irriteren. Soms is het ook pijnlijk. Na de beet kan er een korstje ontstaan, soms is het zelfs warm, gezwollen en gevoelig. De tekenbeet zelf kan vaak weinig kwaad. Er kunnen problemen ontstaan wanneer er ziekten worden overgebracht door de teek. De ziekte van Lyme ( Borrelia burgdorferi), Babesiose en Ehrlichiose zijn door de teek overdraagbare aandoeningen.
Wat te doen bij een tekenbeet
Het is erg belangrijk je paard goed te controleren wanneer je op een plaats met veel teken bent geweest, zoals in een bos.
Wanneer de teek verwijderd is kan deze opgestuurd worden voor onderzoek om te bepalen welke teek het is en welke infectie de teek dus mogelijk bij zich kan dragen. Ook is het van belang de locatie van de teek te onthouden, aangezien dit van belang kan zijn voor verder onderzoek.
Het verwijderen van een teek
Gebruik voor het verwijderen van een teek een hiervoor bedoelde tekenhaakje of tekenpincet. Door een teek hiermee te verwijderen wordt er voorkomen dat er in het lijf van de volgezogen teek wordt geknepen en vaak het hoofd blijft zitten. Verdoven met alcohol is ongewenst, omdat een teek dan zijn buikinhoud kan ledigen. Tekenhaakjes zijn verkrijgbaar op de praktijk.
Alle ziekten als gevolg van een tekenbeet
De ziekte van Lyme
Lyme wordt onder andere veroorzaakt door Borrelia burgdorferi, een ziekteverwekker die op een bacterie lijkt.
Ehrlichiose
De teek Ixodes ricinus kan de bloedparasiet Anaplasma phagocytophilum overbrengen. Equine ehrlichiose geeft een ziektebeeld met koorts, slecht eten, sloomheid, spierpijn, vocht onder de buik en dikke achterbenen. De paarden willen soms niet lopen, en kunnen atactisch zijn. In het bloed is een lichte bloedarmoede te zien, evenals een tekort aan bloedplaatjes en een tekort aan granulocyten. Paarden jonger dan 3 jaar worden minder ziek van deze infectie dan oudere paarden. De ziekte kan worden aangetoond met een bloeduitstrijkje en door het aantonen van een stijging in de afweerstoffen.
Vaak herstellen de paarden zelf binnen 7 tot 21 dagen. De ziekte kan ook ernstiger verlopen. Dan is een antibioticumkuur noodzakelijk en heeft het paard een ondersteunende behandeling nodig.
Babesiose of Piroplasmose
Een aandoening die we steeds meer zien is Piroplasmose ofwel Babesiose. De teek die deze ziekte overbrengt wordt de afgelopen jaren ook wel in Nederland gezien. Bovendien kan de teek ons land binnen komen door transport van paarden vanuit het buitenland. De aandoening wordt veroorzaakt door de bloedparasieten Babesia caballi en Theileria equi. Deze parasieten bevinden zich in de rode bloedcellen. De incubatietijd is 5 tot 21 dagen. In het eerste stadium vertonen geïnfecteerde paarden hoge koorts, ernstige bloedarmoede, benauwdheid, gele slijmvliezen en vochtophoping. Vervolgens kan er sprake zijn van gewichtsverlies, wisselende koorts, wisselende eetlust en verminderd presteren.
De diagnose kan gesteld worden met een bloeduitstijkje en in het bloed kan vanaf twee weken na de infectie een stijging van de antilichamen worden aangetoond. Ook kan de parasiet zelf worden gevonden met een speciale test (PCR). De behandeling bestaat uit het geven van het middel imidocarb, die beiden soorten bloedparasieten doodt. In het geval van een ernstige bloedarmoede is een bloedtransfusie soms noodzakelijk.
Diagnose
Rode vlekken en ringen die kunnen ontstaan na een infectie, treden lang niet altijd op en zijn dan ook niet bewijzend voor infectie. Daarnaast zijn deze in een vacht van een dier vaak moeilijk te zien.
Met behulp van een bloedonderzoek test kunnen de afweerstoffen van het paard tegen Borrelia (Lyme) worden gemeten. De antilichamen tegen Borrelia worden niet direct aangemaakt. Vaak kan de ziekte daarom pas na 3 tot 8 weken worden aangetoond en in sommige gevallen zelfs helemaal niet er worden namelijk lang niet altijd antilichamen aangemaakt.
Deze test kan echter niet laten zien of het paard recent contact heeft gehad met de ziekte en de ziekteverschijnselen worden veroorzaakt door de ziekte van Lyme. Ze kunnen namelijk contact hebben gehad met Borrelia en dus antilichamen in hun bloed hebben, zonder dat ze symptomen laten zien. Een acute infectie kan worden aangetoond wanneer bij de eerste bloedafname geen antilichamen zijn gevonden, en bij de tweede bloedafname wel.
Er worden ook testen ontwikkeld waarbij de aanwezigheid van Borrelia zelf kan worden aangetoond. Daarvoor is bijvoorbeeld een biopt van de huid ter plaatse van de tekenbeet of van een gewricht nodig. De gevoeligheid van deze test is nog niet zo goed bekend bij het paard. De diagnose is pas zeker wanneer bekend is dat het paard besmet is geweest met teken, het paard (meerdere) verschijnselen laat zien, de test positief is, andere aandoeningen worden uitgesloten en het paard goed reageert op de behandeling. Wanneer de bloedtest negatief is wil dat nog niet zeggen dat er geen sprake is van een besmetting, deze kan namelijk vals negatief zijn.
Behandeling
Dankzij jarenlange ervaring en onderzoek, is het inmiddels mogelijk om Lyme te behandelen. Hiermee is het onder controle te krijgen, maar Lyme zal nooit helemaal verdwijnen. Het is daarom ook erg belangrijk om een behandelplan op te stellen waarin ook preventie voor een terugval in wordt opgenomen.